WAARSCHIP 1010 LD

Waarschip blijft tot de verbeelding spreken. De werf bouwde zelfs een nieuwe 1010. Hoe vaart dat?

14 november 2021

De bouwer van Waarschip, Nautisch Centrum Delfzijl, volgt een eigen koers: nuchter Gronings in combinatie met durf. Aansprekende voorbeelden zijn de Waarschip 700 LD en 27. Of iets groter: de zesendertig voet lange racer Hubo en de trimaran TR36. Combineer deze eigenzinnige en opvallende keuzes met de al even zo eigenzinnige roots van het merk en het zal niet verbazen dat ook de 1010 LD een opvallend schip is geworden.

We treffen ontwerper Arthur Peltzer en eigenaar Do Tetteroo in Scheveningen aan boord van de Sigarenkist 01, kortweg SK01. Voor Peltzer begon de connectie met deze schepen met z’n ontwerp van de Hechtschip 995 en inmiddels heeft hij meerdere Waarschepen op z’n naam staan, waaronder de 1010 LD. Op een bokkige zee voor Scheveningen mag de slanke Sigarenkist laten zien wat hij kan. Het waait stevig: zes beaufort, zo’n vijfentwintig knopen wind met enkele uitschieters boven de dertig knopen. We beginnen aan de wind en al binnen de havenpieren besluit SK01 op één oor te gaan liggen, steevast iets boven z’n rompsnelheid varend met een snelheid van circa acht knopen. Ook buiten de havenpieren is acht knopen de solide ondergrens. De door de eigenaar geroemde ideale tweeëndertig graden aan de (schijnbare) wind is in deze setting van wind en golven wat veel gevraagd. Vijfenveertig graden is nu wel even voldoende en gezien de omstandigheden is dat netjes. Het schip vraagt om enige oefening, ook bij halve-windse koersen waarbij negen knopen vaarsnelheid niets geks is. Bij verder afvallen toont de moderne rompvorm zich van z’n sportiefste kant: vijftien à zestien knopen vaarsnelheid bij een zeilvoering bestaande uit slechts een werkfok (zeiloppervlak vijftien vierkante meter) en een gereefd grootzeil.

Op een bokkige zee voor Scheveningen mag de slanke Sigarenkist laten zien wat hij kan. Het waait stevig: zes beaufort, zo’n vijfentwintig knopen wind met enkele uitschieters boven de dertig knopen

Ook deze slanke dame haalt haar planeerkwaliteiten uit de breedte. De maximale breedte strekt zich uit tot in het achterschip en ook richting voorschip volgt de deklijn een flinke ronding. De spantvorm is vol: U-vormig over de hele lengte. Vanwege de gekozen spantvorm durft het schip in zeegang best z’n snuit in de golven te steken alvorens op te rijzen, niet bang voor wat buiswater. Het beloont de bemanning met prettige pitch – minder stampbewegingen. Tetteroo: “Ik zocht een performance-cruiser die vlot zeilt en die onder breed uiteenlopende omstandigheden prettig blijft varen.” Een bijzondere eis was de slankheid van het schip. “Ik heb een Draak gehad, ik houd van slank én van snelheid. Slank en snel klinkt vooral op ruime koersen als een rare combinatie. Peltzer laat zien dat het kan.”

Hoe langer we aan boord zijn, hoe duidelijker het wordt: op en over dit schip is volop gediscussieerd. Tetteroo beaamt het met een brede grijns en vertelt honderduit. “Het gehele project was een groot avontuur. Kwam ik met het idee voor een grote koelbox in de kajuit, dan tekende Arthur waar deze dan zo ongeveer zou moeten komen: ter plaatse van de kajuitingang, een obstakel. Of een urenlange discussie over alleen al het lijoog voor de fok, waarbij kenners en de leverancier elkaar bestookten met argumenten.” Tetteroo’s ogen glinsteren: “Ik heb er van genoten. En dat was alleen nog maar de bouw van het schip.”

Delen

Deel Deining via Facebook
Deel Deining via Whatsapp
Deel Deining via instagram
Deel Deining via email

Lees meer in Deining 03

Delen

Deel Deining via Facebook
Deel Deining via Whatsapp
Deel Deining via instagram
Deel Deining via email

Meer deining